De ontwerper van de boot heeft tekeningen gemaakt waarop om de 85 cm. de dwarsdoorsnede is getekend. Deze tekening is op dezelfde grootte als de echte boot. Met doordruk papier zijn de lijnen overgenomen op een houten plaat, voor elke tekening één.
Als je dan vervolgens de houten plaat precies uitzaagt langs de lijn heb je een frame die de precieze maat van de boot aangeeft.
Daarna worden de uitgezaagde platen om de 85cm. achter elkaar opgesteld. Ze moeten natuurlijk wel precies rechtop staan en ook precies recht achter elkaar. Anders zou de boot helemaal scheef kunnen worden, en dat vaart heel moeilijk. Als de wielen van je fiets niet recht achter elkaar staan zou je ook niet meer goed kunnen fietsen. Dus dat is wel een heel precies werkje.
De opgestelde frames worden dan met houten latten met elkaar verbonden. Het resultaat is een mal waarin de schuimplaten gelegd kunnen worden.
Om het schuim te buigen wordt het een beetje warm gemaakt met een föhn. Niet de haardroger van je moeder, maar zo één die de schilder ook gebruikt om verf af te branden.
Zo ontstaat dus een hele schaal, ofwel een halve romp van schuim.
Tot dit moment is het bouwproces met het schuim nog mooi schoon en zonder geklieder met lijm of epoxy. De naden tussen de schuimstroken moeten nu nog wel met epoxy worden gevuld. Met een klein Dremel freesje maak ik daarvoor een V-vormige groef die wordt gevuld met aangedikte epoxy.
Hiermee worden de schuimstroken dus aan elkaar gelijmd en ontstaat er tevens een luchtdichte verbinding. De buitenkant van de naad wordt later tijdens het injectieproces van het buitenlaminaat eveneens gevuld met epoxy.
Het eindresultaat is een halve romp van schuim, dat nog sterk gemaakt moet worden met de glasweefsels en epoxy. Dit heet het laminaat en komt zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant om zo de sandwich constructie te vormen.
Twee halve rompen vormen één hele. En als de buitenkant dan geplamuurd en geschilderd is ziet het er uit als een echte boot.